Nickerie
Door: sanne
Blijf op de hoogte en volg Sanne
21 Januari 2012 | Suriname, Paramaribo
We worden om 8.15 uur opgehaald door mevrouw Kluft. Er zijn 4 andere gasten in het busje, waarmee we de komende dagen zullen optrekken. Tot mijn opluchting niet van die stereotiepe vogelaars met de verrekijker hier in Paramaribo al in de aanslag om maar niets te missen. Wel een Nederlands stel dat sinds hun pensionering veel aan het reizen is en nog nooit in Suriname is geweest en een stel waarvan de vrouw creool is en nu sinds 10 jaar in Nederland woont, terwijl haar Nederlandse man voor het eerst komt. Hij ziet, blijkt later uit de gesprekken, een permanent verblijf hier wel zitten. Ik weet nog niet hoe zij daarover denkt.
We rijden over de Kwattaweg de stad uit. Onderweg krijgen we veel uitleg: Javanen werden na de afschaffing van de slavernij in 1863 hier met scheepsladingen tegelijk naar toe gebracht. Totaal zo'n 33.000, verspreid over 10 jaar. Als ze hun contracttijd hadden overleefd, konden ze kiezen uit een klein stuk land van 5000 ha of een groot stuk van 50.000 ha. Ze kozen meestal het grootste stuk, want ze zijn in het algemeen ambitieus. Mevr. Kluft, zelf van javaanse afkomst, legt uit dat bijvoorbeeld 1 auto voor een Javaan niet genoeg is; er moet en zal een tweede komen. Hindoestanen kozen meestal het kleinere stuk grond. Die hadden niet zo veel zin in het bewerken van zulke grote stukken land. Je ziet aan de erven onderweg waar hindoestanen wonen: er zijn geen erfafscheidingen, want de familiebanden zijn sterk. Nog steeds schijnen de mensen die indertijd met dezelfde boot aankwamen elkaar als familie te beschouwen. Op zo'n groot erf zorgt iedereen voor elkaar en wordt er in 1 pot gekookt. De verschillende bevolkingsgroepen leven probleemloos door elkaar, een hindoetempel en een moskee en een kerk kunnen bij wijze van spreken naast elkaar liggen. Dat symboliseerde de vroegere Surinaamse vlag ook: de 5 sterren stonden voor de verschillende naties en de ovaal die de sterren verbond stond voor het broederschap tussen hen.
Verderop, in de buurt van het plaatsje Groningen, zie je veel lege, verwilderde percelen liggen, veelal zonder huisje. Die zijn van mensen die in de 70 er en 80 er jaren naar Nederland trokken en niet meer teruggekomen zijn. Vaak spelen er voor die stukken land ingewikkelde nalatenschap procedures. Er zijn zoveel nakomelingen van de oorspronkelijke eigenaars en het is vaak niet duidelijk is waar die gebleven zijn, dat niemand de verantwoordelijkheid wil nemen om er alvast te gaan zitten om iets op te bouwen. Want dan komt de zoekgeraakte familie ineens langs en eist het erfdeel op. In Groningen zijn ze dol op monumenten. Ieder stukje geschiedenis is vertegenwoordigd.
Niet erg eerbiedig, maar ik heb tijdens de uitleg meer belangstelling voor 3 jonge hondjes, die een beetje liggen te slapen in een hoekje. Er lopen veel honden rond. Ze zullen vast wel hier en daar wat te eten krijgen, of zelfs bij gezinnen horen, maar castreren of steriliseren is te duur. Het is een kwestie van survival of the fittest. Vroeger zag je regelmatig verdronken hondjes langs de rivier, of werden ze ergens tussen het afval gedumpt. Deze leven en zien er niet eens zo heel slecht uit. Hun moeder had me al eerder verwelkomd. Toen ze merkte dat ik haar niet zou wegschoppen vond ze het best wel aangenaam om een beetje aangehaald te worden. Ik moet me beheersen om niet zo'n hondje mee te nemen: die assertieve, die een stukje van zijn broertjes durft weg te lopen...
In plaats daarvan neem ik uit de rivier een aantal kleibakjes mee. Er liggen er tientallen. Die zijn kennelijk gebruikt voor een lichtfeest, en werden daarna gedumpt. Het lijkt me leuk om ze te beschilderen. Eenmaal in de auto (ze waren me al bijna kwijt, ik moest even een drafje maken om op tijd in te stappen) krijg ik daar zoveel ideeën over, dat ik spijt heb dat ik niet veel meer bakjes heb meegenomen.
Bij een vissersdorpje stoppen we even om naar de grote vissen te kijken die in stukken worden gehakt en worden gedroogd of gezouten. De tingi fowgru, of stinkvogels (aasgieren) zitten brutaal in de buurt om wat gemakkelijke hapjes te vergaren.
Even verder, in Coronie, neemt Cor Kluft het stuur van zijn vrouw over. Hij komt met twee mensen net terug uit Nickerie. Cor is zoon van een vroegere TRIS militair, die trouwde met een Surinaamse en nooit meer wegging. Het Surinaamse accent is duidelijk, en de grapjes beginnen al wanneer hij net is ingestapt. " weet je waarom in Paramaribo bij de stoplichten dat aftelschermpje de minuten laat zien? Voor jullie Hollanders om te weten hoe lang je nog moet wachten totdat het groen wordt; voor Surinaamse mannen is dat zodat ze weten hoe lang ze nog naar die mooie meisjes kunnen kijken".
We rijden door Coronie, het kleinste district, en zonder rivieren. Een heel stuk wordt niet bebouwd. Waar de mensen van leven? Die zijn vaak ambtenaar. Volgens het principe "zeven even": om 7 uur even naar je werk om de aanwezigheidslijst te tekenen en dan weer naar huis om te "hangmateren".
.
Na het plaatsje Wageningen gaan we van de weg af om op een bananenplantage te kijken. De plantage is 1500 hectare groot en er werken 1500 mensen. Een kabelbaantje gaat tussen de rijen bacovenplanten door, en de kappers hangen enorme trossen van zo'n 25 kilo aan haken. Ze hoeven niet na te denken waar ze de tros moeten afhakken, want dat is al eerder aangegeven met een lintje boven de blauwe zak die om de tros heen zit. Alles gaat in afgepaste taken, uiteindelijk resulterend in dozen met handjes groene bananen op pallets in gekoelde vrachtwagens. Een goed werkend mechanisme.
Uiteindelijk in Nickerie worden we ingecheckt in hotel Residence, een best wel chique hotel. Er is internet, maar ik krijg er geen verbinding. We zullen de contacten wel even opschorten tot we weer in Paramaribo zijn. We besluiten de dag met heerlijk Surinaams eten en een djogo Parbobier.
-
29 September 2013 - 18:24
Agaath:
Dat 'best wel chique' hotel was naar ons idee behoorlijk over de datum! Een roestige koelkast op de kamer, een lamp die nauwelijks licht gaf, dus een armoedige sfeer en een airco die je, als hij aanstond je bed uitblies (koud!!!) en als hij uit stond drééf je je bed uit!
Geen tuin om in te zitten, laat staan een zwembad.
Nickerie zelf een troosteloze 'stad'. -
29 September 2013 - 18:55
Sanne :
Ach, je moet het in de Surinaamse perspectieven zien. Dit is geen Europa, met alle ingewikkelde eisen en klachten; in Suriname leer je om in alle omstandigheden vrolijk te blijven...Echt vrolijk, geen boer(oe) die kiespijn heeft. Als je dat kan, is dat meer waard dan al het goud in het binnenland!
Ben benieuwd of je verder wel genoten hebt van je trip.
Sanne
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley