Dag 52. Hurghada
Door: sanne
Blijf op de hoogte en volg Sanne
10 April 2010 | Egypte, Hurghada
Yes!! We’re on the road again!!
Samen met Mohammed beginnen we vroeg aan de tocht. We willen in één keer door gaan naar Hurghada, aan de rode zee kust. Luxor laten we links liggen: we willen door nu. Als we het nog halen kan de auto een week eerder op de boot naar Italië dan we eerst hadden gereserveerd. Mohammed wil ook vlot doorrijden naar Libanon, en gaat ook via de rode zee, dus we rijden deze dag met elkaar op. We missen helaas op een paar uur na Nita, Lieven en Wim. Ze zitten in de boot, in dezelfde hut als wij en zullen vanmiddag om een uur of 1 aankomen. Hun truck staat op ze te wachten, maar omdat het morgen vrijdag is kunnen ze hem niet meteen de volgende dag inklaren. Jammer dat we ze net missen, we hebben de laatste tijd vaak contact met elkaar en verheugen ons op een gezamenlijk drankje.
Het eerste stuk na Aswan, onderweg naar Luxor, nemen we de oostkant van de Nijl. Aan de westkant is de weg nieuwer, maar daar is meer verkeer en nog meer politiecontrole. Ook aan deze kant moet je constant stoppen, maar meestal wordt er een duim opgestoken en mogen we meteen doorrijden. Alleen de eerste agent vroeg ons om de paspoorten. Er is vrij veel verkeer op de weg, en bij elke opstopping of versmalling worden we van alle kanten ingehaald en afgesneden. Het is hier in het verkeer weer survival of the fittest. De bullbar van Joost maakt gelukkig wel indruk op de meeste voordringers, en Tim laat zich niet zo gemakkelijk wegdrukken. Het is een mooie route langs de Nijl. Aan onze rechterkant ligt de woestijn geel, droog en kaal en links is het groen door dadelpalmen, landbouwvelden en bananen- en mango bomen. Mannen in djallaba staan de velden te bewerken en overal wordt suikerriet geoogst. Alles wat kan dragen is opgestapeld met hoge bergen riet: ezels, karren, vrachtauto’s, smalspoortreintjes en mensen. In Aswan hadden we gezien hoe de dunnere stengels door een crusher gehaald worden, waarna het opgevangen sap als drankje wordt verkocht. De dorpen zijn rommelig: sof, zwerfvuil en flats. Ook hier is niets af: overal steekt betonijzer uit de palen die de constructie dragen en uit het dak steken. De onderste verdiepingen worden bewoond en soms ligt er een stapel bakstenen klaar op de bovenste vloer om daarmee nog een halfsteens gammel muurtje te metselen. Er is nauwelijks een rechte muur of goede verticale lijn; ik krijg de indruk dat er geen enkele tekening gemaakt wordt voordat men begint te bouwen. Ook in het hotel in Aswan merkten we dat je een muurtje zoals de balustrade rond het dak gemakkelijk kan breken met een trap (of een val ertegenaan). Men is hier ook dol op flats en er is haast geen bungalow meer te bekennen.
Mohammed rijdt voor ons uit en geniet zienderogen van zijn motor. Als we na een politiecontrole echter iets verder achter zijn geraakt, zijn we hem ineens kwijt. We kijken naar hem uit, want meestal staat hij dan ergens te wachten, maar we zien hem niet. Zo rijden we na Luxor naar het oosten, richting de kust. Meteen is al het groen uit het landschap verdwenen. De weg is goed, maar er is niets anders dan zand en stenen naast ons te zien. Tot het laatste stuk: daar wordt het ineens bergachtig en meandert de weg door mooie passen. Aan het eind ervan worden we beloond met het uitzicht op de zee. Al gauw zien we niets anders meer dan een enorme bouwplaats. Het ene resort na het andere wordt gebouwd: allemaal fantasievolle vormen van de gebouwen en namen als Aladin en Cleopatra aan de hekken. De hele kustlijn, honderden kilometers lang, is vol met toeristen hotels en appartementen. Bussen vol worden aangevoerd, opgehaald van het vliegveld waaralleen al vanuit Nederland 1 Martinair toestel per dag mensen komt aanleveren en ophalen. Er schijnen hier ook veel Russen naar toe te gaan. In de straten zie je vrouwen met meer bloot dan een gemiddelde moslimman aankan. Veel mannen in djallaba hebben dan ook een extra dikke eeltplek op hun voorhoofd, van al het bidden. We proberen wat bier te bemachtigen in een enorme supermarkt, maar dat gaat weer net iets te ver: geen alcohol.
Tegen half vijf zijn we in Hurghada en proberen we nogmaals of we Mohammed aan de telefoon kunnen krijgen. We hadden afgesproken op de camping die volgens Tracks 4 Africa hier te vinden zou zijn. Helaas bestaat die echter niet meer, waardoor de kans dat we hem treffen kleiner wordt. Een jongen wijst ons de weg naar een goedkoop hotelletje, en we kunnen alleen maar een SMS achter laten voor Mo. Nadat we de hotelkamer hebben verkend gaan we al gauw een hapje eten aan de kustweg, in de hoop dat we hem langs zien komen. Eindelijk gaat de telefoon. Hij heeft een lekke band gehad, niet ver van ons vandaan, en komt er aan. En dan zitten we even later gezellig aan de salade en de steak. Inderdaad hebben we Mo gemist toen hij op ons stond te wachten bij de politiecontrole aan de Nijl. Hij is heen en weer gereden om ons te zoeken, bezorgd dat we niet door de controle waren gekomen ofzo. Daarna is hij maar doorgereden, en was al 15 km verder naar het noorden toen hij bedacht dat zijn telefoon leeg was. Toen hij vervolgens ons SMS je zag is hij omgedraaid en kreeg even later een lekke band. We zijn blij dat we elkaar toch nog treffen, want zo’n half afscheid in Aswan was niet de bedoeling. We sluiten in het hotelletje de dag af met ons laatste biertje.
-
10 April 2010 - 15:46
Rene:
Sanne, mag je bij thuiskomst uitleggen: na Ashwan ri. Luxor aan de oostzijde van de Nijl. Vlgns mij is de Nijl dan aan je linker hand en de woestijn rechts....
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley