dag 46. Aswan
Door: sanne
Blijf op de hoogte en volg Sanne
03 April 2010 | Egypte, Aswan
Het ontbijt is voor plaatselijke begrippen westers: een smeerkaasje, een stukje feta een jammetje en wat broodjes. Maar ook een bakje bruine bonen ernaast, dat is ’s lands wijs. In de eetzaal zijn “bomen”gemaakt van gips, waarvan de meeste hun “kruin” aan het verliezen zijn met grote stukken afgevallen gips. Ze zijn geschilderd zoals dat in een schoolkantine voor de eindmusical gedaan zou zijn. De tafels hebben plastic zeiltjes en er zit geen enkele andere gast. Misschien dat de weinige andere gasten hun ontbijt in de kamer laten brengen.
Tim is in de weer met het bellen naar de ambassade om daar de procedure te vragen voor het afhandelen van zijn rijbewijs. Hij heeft kopieën genoeg, en het internationaal rijbewijs, maar als het bij een politiecheck serieus wordt mag hij de ambassade bellen en wordt het daar voor hem afgehandeld. Het was goed dat hij het probleem gemeld heeft, werd hem gezegd. Nu alles zoveel mogelijk is geregeld is hij eindelijk wat ontspannen; vannacht lag hij te draaien en regelmatig te piekeren.
We gaan een stukje lopen in de stad: het is ruim 35 graden, en binnen de kortste keren zijn we nat van het zweet. Direct buiten het hotel zijn al de winkeltjes met specerijen. Grote manden met rozenblaadjes, puinstenen, sinaasappelschillen, kaneel, indigo en peper. Als je als kind winkeltje speelt, maak je het zoals het er hier uitziet: allemaal manden en stopflessen, laden en vakjes met keurig opgestapelde goederen. En overal staat een man of jongen je te roepen of loopt voor je neus met een T-shirt of sjaal. Er lopen vrij veel Europeanen hier, en de eerste foute gok die de verkopers doen als ze ons zien, is in het Duits groeten. We halen bij een kraampje waar ze vers vruchtensap persen twee glazen sinasappelsap. De verkoper vindt Tim een Lucky man, en vraagt hem hoeveel kamelen hij voor me wil hebben. Ik hoor me natuurlijk verlegen op de achtergrond terug te trekken als het over mijn bruidsschat gaat, maar ik kan het niet laten om de man aan te moedigen om met Land Rovers te bieden om meer kans te maken. Dat wordt hem toch wat te gek, en we lopen allemaal lachend verder.
We pikken Mike op in zijn hotel. Hij moet echt heel erg op de centen letten, en is net zo lang gaan zoeken met de Fransen, tot ze voor 1 dollar minder dan het hotelletje ernaast een plek wisten te vinden. Daar delen ze met z’n drieën een kamer. De Fransen hebben ook nog vannacht een ander Frans stel van de luchthaven opgehaald, en die slapen ook in dezelfde kamer. Zij zijn er blij mee, maar ik ben wel blij dat we onszelf wat meer privacy kunnen veroorloven. Mike gaat op zoek naar David, de man van het verkeerde Carnet, maar die is niet in zijn hotel. Hij blijkt nu wel een carnet te krijgen, maar dat wordt weer via Khartoum geregeld en moet hierheen komen met de boot. Vage toestanden allemaal, maar zo zal Mike de komende tijd ook moeten wachten totdat zijn Carnet vanuit Engeland hierheen opgestuurd wordt.
De haven aan de Nijl is druk met bootjes die toeristen naar het eiland in het midden brengen of rondvaarten doen. Er staat langs de boulevard zelfs een Volvo Amazon: een erg oude, gedeukte auto waarvan het slot kapot is. Hij moet van voor 1960 zijn. Ik heb mijn fototoestel niet bij me, maar we gaan komende dagen wel even terug om hem op de plaat te zetten. Even verder zien we zelfs een macDonald’s. We kunnen het niet laten om er even wat te eten. Thuis hebben we er geen enkele behoefte aan om een BigMac op te eten, maar hier is het ineens een enorme magneet voor ons. We genieten, maar krijgen de maaltijd niet eens op.
’s Middags belt Mohammed (Kees) op met geweldig nieuws: hij is gebeld door Kamal (de chauffeur) dat de portemonnee van Tim is gevonden op het schip. Morgenochtend moet Tim erheen om hem op te halen en hij wordt door Kamal opgehaald.
We sluiten de dag af op het dak van ons hotel met Mohammed, Mike en de Fransen (die even langs komen om de sleutel op te halen van de gedeelde kamer). Je kijkt er over de hele stad heen, maar als je recht naar beneden kijkt zie je dat iedereen op elk dak alle rotzooi gooit die overbodig is. Van oude kasten tot vuilnis, alles wordt uit het raam gemikt. Geen enkel gebouw is van boven afgewerkt, vaak kijk je zo in een bouwput die nooit klaar zal komen. In de onderste verdiepingen leven mensen en zijn er winkeltjes, boven is het nog een zooitje.
-
04 April 2010 - 21:21
Hans Berns:
Ha tim en sanne,Gelukkig dat alle hassle van de verloren portefeuille weer achter de rug lijkt te zijn. Hopelijk zitten alle papieren nog in de teruggevonden portefeuille. CU Soon!
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley