dag 32
Door: sanne
Blijf op de hoogte en volg Sanne
26 Maart 2010 | Ethiopië, Addis Abeba
Er zijn verschillende spellingswijzen voor deze stad: Abeba of Ababa. Net zoals het voor ons even verwarrend was of het Lake Awassa of Awasa was. Beide spellingen worden op de kaarten gebruikt; we kiezen willekeurig. Zo wordt ook de klemtoon op tanZAnia of tanzaNIa af en toe verwarrend voor ons.
Enfin, we beginnen de dag met een ontbijtbuffet, inbegrepen in de overnachting. Een tafel naast ons zitten stewardessen van de KLM. Een enkeling heeft met ons kennis gemaakt , maar voor de rest zijn we gewoon andere hotelgasten. De verhalen aan hun tafel gaan over kapsels, schoeisel, verhoudingen en dat soort dingen. Even later verschijnen er twee mannen, waarschijnlijk ook cabinepersoneel, en daar hoor ik flarden van gesprekken over lampjes die het niet deden en “alles opnieuw opstarten”.
We gaan na het ontbijt wat inkopen doen voor de volgende ronde. Volgens anderen moest er hier in Addis een grote supermarkt zijn, waar we dingen zoals lampolie enzo ook kunnen kopen. Eerst wil Tim langs een Land Rover onderdelen shop, omdat de ruitenwisser aan mijn kant zo’n slecht contact met de ruit maakt, dat ik bij een spatje regen meteen stop met meekijken omdat de ruit een vliegenprut wordt waar ik met mijn licht bijziende ogen niet doorheen kan kijken en laat staan foto’s doorheen kan maken. Het adres van een Land Rover spare parts dealer staat in Tracks 4 Africa, evenals die voor Toyota. Voor andere merken staat er geen specifieke opgave. Die moeten maar zien bij welk garagebedrijf ze geholpen kunnen worden. Zelfs voor de Zuid Afrikaanse ontwerper van het programma zijn er maar twee automerken waarmee de echte overlanders zich voortbewegen…… De supermarkt is niet te vergelijken met de grote winkels die tot in Malawi te vinden waren. Dit is een rommelige plaats, met een parkeerterreintje op de eerste verdieping zonder veel ruimte. De waren zij wel luxe. Op de kaasafdeling kan je een keuze maken in Edammer kazen waarvoor je in Nederland naar een echt kaaswinkeltje moet gaan. Het enige bier wat er te krijgen is, is van Bavaria en de zakjes soep zijn er van Knorr. Bij de kassa schrik ik me rot van de rekening. Ik heb niet eens zoveel in mijn portemonnee zitten en begin te zweten. Gelukkig komt net op dat moment Tim binnen, die eindelijk Joost op een goed plekje heeft kunnen neerzetten. Gelukkig kunnen we hier ook met de Visa kaart betalen, dus de situatie is weer gered, maar ik voel me weer schuldig dat we niet gewoon op de marktjes onze inkopen hebben gedaan. Enfin, we hebben alleen maar een paar duurzame dingen gekocht, en geen verse groenten , die gaan alsnog aangeschaft worden bij de mensen die de opbrengst harder nodig hebben.
Terug in het hotel zijn we een tijd bezig met zaken die onze thuis-wereld met de ons huidige zwerversbestaan weer kloppend moeten maken. Er zijn in de afwegingen zelfs opties om de reis in huidige vorm af te breken en Tim alleen verder te laten gaan en ik met de eerste mogelijkheid terug naar Nederland. Heel wat overleg en afwegen verder is alles onder controle en gaan we naar Wim’s Holland House. Eerst repareert Tim nog, zittend op de stoeprand naast Joost op het chique parkeerterrein het slot van de achterdeur. Daar komt altijd een hoop stof in, en dan werkt de veer niet meer. Op slot gaat wel, maar open maken alleen van binnen uit. Tim heeft dit al eerder gedaan, en zit met tong uit de mond op z’n hurken de klus te klaren, terwijl andere bezoekers verbaasd staan te kijken.
Wim is de man die jaren geleden de actie “Help Polen de winter door” opzette. Hij was in die tijd wel eens in het nieuws: een potige vrachtwagenchauffeur die zich door niemand van het idee af liet brengen om de mensen in Polen te helpen waar hij kon. Nu is hij samen met een Ethiopische vrouw al een aantal jaren hier, en heeft dit restaurant als een soort ontmoetingsplaats voor overlanders gemaakt. De man ziet en hoort inmiddels slecht, en je moet hard schreeuwen voor hij je verstaat, maar het is een vriendelijke knorrepot, boordevol verhalen.
We treffen de andere Wim (die van Nita) met nog vuilere kleren dan ik van Tim gewend ben (en dat zegt wat) bezig met klepzeiken. En dat is met een vrachtauto niet gemakkelijk: de hele cabine moet naar voren worden geklapt om daaronder –in dit geval- het diesellek te kunnen vinden. Van het ene kleine onderhoud- gedoe is hij bij steeds meer punten van aandacht aangekomen, waaronder dus nu een lek in de dieselleiding.
De motorrijders uit Frankrijk zijn vandaag ook aangekomen. We gaan vast met ze naar de overkant om een biertje te drinken. Ze blijken beiden civiel ingenieur, waterbouw, en hebben een paar jaar in Zuid-Afrika gewerkt. Daar hebben ze de motoren gekocht en op de valreep hun motorrijbewijs gehaald. Nu rijden ze op hun gemak naar Frankrijk om te worden uitgezonden naar een nieuw project. Wim en Nita komen erbij, en even later stormen we haast naar de ingang bij het geluid van een motor: daar komt Massa, de Japanner ook binnen. Daar hebben ze een paar dagen geleden afscheid van genomen, nadat ze een poosje samen hadden gereden. Dat is zo leuk van dit wereldje: je komt iemand tegen en enkele duizenden kilometers weer en meteen heb je een band met elkaar. Wij zijn in dit gezelschap ook weer de “opschieters”, omdat we maar twee maanden over onze trip doen. Bijna voelt het alsof we er niet echt bij horen. Daarom geef ik tegenwoordig maar een nieuwe draai aan ons verhaal. Want eigenlijk zijn we al ruim 6 jaar aan het “overlanden”, vanaf dat we Joost hebben. Tot nu toe brachten we hem alleen telkens terug naar Zuid-Afrika, naar Georges, om weer verder te gaan met ons Nederlandse leven.
Morgen is het st. Patricksday, en dan komt een Ierse band optreden in het Sheraton hotel. Wim heeft ze echter gestrikt om vanavond op te komen treden in zijn kroeg. De gesprekken gaan dan ook algauw over muziek en oude nummers. De Ieren komen wel binnen, maar gaan zich op hun gemak indrinken aan de bar. Wij eten intussen nasi met saté, een van de “Hollandse” specialiteiten van Wim. We vinden het toch iets te warm voor de erwtensoep. Als na de maaltijd de band nog steeds rond de bar staat en er geen teken is van enige muzikale activiteit, gaan we toch maar voortijdig terug naar het hotel. Het is over 21.00 uur, en nog anderhalve kilometer lopen door de chaotische stad. Gelukkig kan dat wel hier: ’s avonds als blanke tussen de bedelaars en anderen rondlopen zonder dat je bang hoeft te zijn beroofd te worden. Wel zijn we altijd bedacht op zakkenrollers, maar we hebben niets bij ons wat de moeite waard is. Het is ’s avonds zelfs prettiger op straat dan overdag, omdat het lang niet zo druk is. Bij het hotel worden we al door de bewaking herkend en komen we gemakkelijk naar binnen.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley