Dag 28
Door: sanne
Blijf op de hoogte en volg Sanne
15 Maart 2010 | Kenia, Moyale
Meestal schrijf ik mijn stukje de volgende dag, zodat ik de gebeurtenissen van de dag compleet heb. Maar nu ben ik om 16.00 uur al aan het tikken, omdat ik geen idee heb of er morgen GSM bereik is voor de dongle en of in Ethiopie de provider wel een overeenkomst heeft met de Ierse Vodacom.Jullie krijgen dus bij deze het real-time verslag.
Etappe twee van het moeilijkste weggedeelte van de reis, weer 248 km lang ligt voor ons. Vanwege de niet al te rustige nacht beginnen we er al om 7.00 uur aan. Vanuit de andere auto’s is nog geen teken van leven, maar we hebben niet het gevoel dat we een zodanig contact gemaakt hebben dat we ze zouden moeten wekken ter afscheid.
Het dorpje Marsabit is ruimer en minder rommelig dan Isiolo. Er zijn hier ook geen Maasai (of de stam die ik ermee vergelijk) meer. Veel vrouwen hebben een hoofddoek om, zoals overigens in heel Kenia: er zijn erg veel Moskeeën en de Islam is net zo duidelijk aanwezig als de vele kerken en missie’s. Zelden een hele burka, meestal gewoon een hoofddoek en lange rok. De meisjes in hun uniform naar school dragen een broek onder hun rok en een witte hoofddoek. Gewoon als onderdeel van het uniform. Andere kinderen die kennelijk niet islamitisch zijn lopen met dezelfde uniformen maar zonder extra broek en hoofddoek naar dezelfde scholen. Kennelijk zijn ze gemengd.
De weg is stenig, vol met kuilen en we rijden een gemiddelde van 40 km per uur. Sommigen beweren dat je beter harder over warbord kan rijden, maar als Tim dat probeert rammelt alles zo erg dat we allebei voorkeur hebben aan de rustige manier. Bovendien is het nooit lang alleen maar wasbord: vaak is er dan onverwacht een diepe kuil, waar je niet in wil komen. En Joost hoeft op z’n oude dag niet overbelast te worden. In het midden van het stuk is een grote desolate steenwoestijn. Plat, en zo ver je kan kijken alleen maar zwarte keien. Hier en daar krijgt Harry, onze trouwe dromedaris die ons op alle reizen op de motorkap (of nu op de bullbar) vergezelt, gezelschap van kuddes soortgenoten. Ezels zie je ook steeds vaker. Vaak dragen ze aan beide kanten van hun rug een gele jerrycan waarin de baas water heeft gehaald, vaak kilometers lopen van zijn woonplaats. Je ziet aan de hutten dat de mensen nomaden zijn. Het doet ons regelmatig denken aan de steppen van Mongolië, dezelfde grote kudden, gehoed door jongetjes en mannen met lange staffen. De hutten ook rond: een frame van stokken met gras ertussen gestoken en daarbovenop alles wat beschikbaar en waterafstotend is: plastic, lappen of rommel.
Later komen we in heuvelachtig gebied, waar het geregend heeft, want alle acacia’s zijn groen. Een mooi contrast met de rode aarde. De weg heeft af en toe gaten die door een regenbuis heen gegaan zijn, en die zijn erg diep. Moet je niet met een wiel in terecht komen!
We komen om een uur of twee in Moyale aan, de grensplaats. Aan de andere kant van de grens is de weg recent geasfalteerd door de Chinezen, dus dit was het einde van het slechte stuk. Ook in het dorpje zijn de wegen erg slecht. Het schijnt hier voor een deel blank te hebben destaan, maar daar zie je nu niets van. Ik denk niet dat de wegen daarvoor beter waren. Het winkeltje waar ik een paar flessen Cola haal is zo’n klein hutje met een paar planken met van alles en nog wat. We tanken weer diesel bij, hoewel dat in Ethiopië veel goedkoper is. Alleen is de verkrijgbaarheid soms een probleem. De man van de enige scheefgezakte pomp kent Zuid-Afrika, en verteld dat hij er geweest is, maar niet meer terug wil. “They will kill you for nothing. Here I might stay poor, but I’m free to go wherever I want and we don’t kill each other”.
Er is geen camping in de buurt, en alle overlanders weten dat je hier bij de politie kan vragen om achter het bureau te mogen staan. Daar wordt je met rust gelaten, tenminste door de mensen. De koeien en geiten lopen om de auto, een kalf steekt zelfs zijn hoofd naar binnen zowat op Tim z’n schoot terwijl hij in de kaart zit te kijken. Er ligt al een grote vlaai op de plaats waar we gedacht hadden het laddertje te laten neerkomen. Nu schuiven we de auto straks maar een eindje op, want dat is vannacht vragen om problemen.
De moskee is op een steenworp afstand, dus we zullen regelmatig de zang van de Iman moeten aanhoren. De wc’s zijn golfplaten hutjes, waarbinnen ik niets prettigs verwacht. Liever precies zo weinig drinken dat ik pas na donker m’n laatste plasje hier naast de auto kan doen. Van douchen is geen sprake. Gelukkig hebben we genoeg water om wat te poedelen en de tanden te kunnen poetsen. Deze avond is gewoon een beetje afzien, maar eigenlijk wel zo leuk om het eens op deze manier mee te maken. Te midden van al het zwerfvuil hier gaan we wel straks weer een pan spaghetti proberen te bereiden . Wie weet komen er tegen de avond nog meer overlanders, hoewel die dan vanuit het noorden zouden moeten komen. Vanuit het zuiden kan niemand de rit in een dag gemaakt hebben, dus daarvandaan verwachten we niets.
Lieve mensen, niet dat ik de luxe al heel erg mis, maar toch moeten jullie maar even aan ons denken als je straks lekker schoon in een opgeruimde keuken zonder stof het eten bereidt.
Tot zo snel mogelijk,
Sanne en Tim
-
15 Maart 2010 - 16:03
Hallo Sanna/Tim. :
Wat beleven jullie veel mooie en leuke dingen maar ook een beetje link.
De omgeving die jij zo goed beschrijft, zie ik zoo voor mijn , en ruik ik de geuren van regen, stof en planten.
Ook de vele mensen die jullie ontmoeten,ik wist niet dat er nog zoveel mensen door Afrika crosten.
Ik kijk naar de volgende
reportage uit, en wens jullie goede reis verder.
Groeten Diny Schinkel
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley