Marangu
Door: sanne
Blijf op de hoogte en volg Sanne
09 Maart 2010 | Tanzania, Marangu
We zijn weer op weg. Het waren een paar heerlijke dagen, maar we popelen allebei weer om “Afrika” weer in te gaan: het leven buiten de beschermende poort van deze camping. De Engelsman die hier de scepter zwaait geeft ons tips voor overnachtingplaatsen richting Arusha.
Omdat bij Arusha een internationale luchthaven is en er veel toeristen van daar uit naar de wildparken (ngorogoro crater, Serengeti en Kilimanjaro) gaan , is het een grote stad. We hebben gehoord dat er niet echt gezellige plekken zijn direct in de nabijheid van de stad, dus mikken we op Moshi.
Buiten Pangani zijn er uitgestrekte Aloë Vera plantages. Voor zover je kunt kijken staan de planten in nette rijen. Opmerkelijk is, dat ik nooit een ploeg of een trekker of zelfs maar een ossenploeg zie. Alleen maar veel mensen die met een tjap (een soort schop) aan het werk zijn. De regens komen eraan (vannacht weer een bui, we lijken de regen achter ons aan te slepen door Afrika), dus er wordt druk gewerkt op de grote en kleine veldjes. Later hoge kokospalmplantages en bananen.
We worden aangehouden. Dit keer serieus: er stond een agent met een laser de snelheid te controleren, en Tim reed minstens 30 km te hard. De man heeft moeite met het Engels, en weet niet goed of hij goed overkomt. Maar hij begrijpt al gauw met wat voor reis we bezig zijn, en wild best mee. We keuvelen een beetje door, geven hem een KLM keykoord en vragen of hij weet wat dat betekend. Ja hoor: KiLiManjaro! Hij vindt het prachtig als Tim hem een foto’tje geeft waarop hij vanuit een KLM vliegtuig neerkijkt naar de camera, arm losjes uit het cockpit raampje (aan de verkeerde kant, maar niet iedereen weet dat), zijn strepen goed zichtbaar op z’n uniform. Deze foto is speciaal voor dit soort gelegenheden gemaakt en we hebben er een aantal in visitekaartjes formaat afgedrukt. Ze werken erg goed! Meteen een enthousiast Kariboe en goede reis. We hoven geen cent te betalen.
In Moshi moeten we de inkopen doen die we anders in Arusha hadden zullen doen. Maar dat is geen probleem, want het is een tamelijk groot en druk stadje. Het radio systeem werkt tot nu toe nog steeds niet naar onze zin. De transistor op de achterbank valt regelmatig naar beneden en de invertor, die ‘m van stroom moet voorzien, maakt een lawaai dat zou kunnen duiden op overbelasting. Natuurlijk heeft Tim de afgelopen dagen de autoradio al helemaal uit elkaar gehaald, maar is tot de eindconclusie gekomen dat die toch echt is overleden. Hij wil in Moshi kijken of hij een nieuwe kan vinden. We passeren weer een agent, niet zo eentje in helder wit uniform maar met een reflecterend hesje en zittend op een kratje in de schaduw van een boom. Tim vraagt hem of hij weet waar je een nieuwe autoradio kan kopen. De man vindt het prachtig en gaat ons wijzen waar we moeten zijn. Terwijl ik me opkrul op de veel te volle achterstoel, neemt hij mijn plaats in. Onderweg naar vrienden groetend, soms uit het raampje verkeer regelend, wijst hij in gebrekkig Engels de weg. Van het ene kleine Indische winkeltje naar het andere. Iedere keer word ik door hem gesommeerd om in de auto te blijven zitten “stay in the car!”, om op de spullen te passen, hoewel hij zelf vanuit het winkeltje ook in de gaten houdt wat er buiten gebeurt. Hij is zwaar in functie, we moeten blij zijn met zijn bescherming. De radio wordt gevonden en de man is helemaal enthousiast over zijn werk. Eigenlijk vindt hij dat Tim mijn gezelschap nu wel kan inruilen voor het zijne, want die lange Safari wil hij ook best wel meemaken. Ook hij krijgt een KiLiManjaro keycord en de oude radio. Zijn dag kan niet meer stuk . We moeten morgen, als we weer langs hem rijden, zeker naar hem groeten. Zijn naam is Gideon, dat moeten we niet vergeten.
De camping dichtbij Moshi, is niet zo gezellig op het eerste gezicht. Geen gras, de bar vlakbij. Ik ga veel liever een stukje terug, naar het Marangu hotel, aan de voet van de Kilimanjaro. Van daar uit gaan er veel voettochten de berg op. We krijgen hem echter niet te zien van achter de wolk die ervoor hangt, maar merken wel dat we hier alweer op 1200 meter boven ANP zitten.
Het is een prettige plek: een oud koloniaal hotel in een grote tuin. We zijn de enige campinggasten en staan op een beschut veldje tussen bougainvillia’s. Er staat een grote avocadoboom vlakbij, waaronder genoeg aanvulling voor de guacomole te vinden is. Ook een aantal cannazaden weet ik te bemachtigen, waarvan er thuis weer een deel verzonden gaat worden naar Chrispin, de tuinman bij de Victoria watervallen. De flagita”s zijn heerlijk en we eten onbeschaamd met de handen en met klodders op de kin. Daarna is er een warme douche met behulp van het vuurtje onder de waterton, dat speciaal voor ons is aangemaakt.
-
09 Maart 2010 - 20:12
Janneke Keijmel:
Ik heb jullie reisverslag met veel herkenning gelezen. Geweldig om zo in Afrika rond te kunnen reizen en te genieten van de natuur, vrijheid en ruimte die je voelt.
Veel pezier en een goede reis verder met mooie ontmoetingen. Ik blijf jullie volgen
Groeten janneke keijmel -
10 Maart 2010 - 06:40
Roos Fennis:
Heey papie en Sannie, wat een grappige reisverslag met die agenten! En die moeilijke namen waren lastig te lezen maar wel leuk!!! KLM is helemaal niet KiLiManjaro... Maar Koninklijke Luchtvaart Maatschapij! Wat een rare agent, haha. Ik mis jullie erg maar het valt nog wel te doen! XXX Roosje
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley