Dag 16
Door: sanne
Blijf op de hoogte en volg Sanne
03 Maart 2010 | Tanzania, Senga
Het Noorden van Malawi is vochtiger en heuvelachtiger. We zien geen tabak meer op de velden, maar mais en zonnebloemen, casave en rijst. De hele ochtend rijden we onder imposante wolkenluchten, vooral in de vroege morgen prachtig belicht. Ik maak veel foto’s vanuit de rijdende auto, op hoop van zegen.
De grens met Tanzania is niet anders dan de andere grensovergangen tot nu toe. Wel iets nettere kantoortjes, maar dezelfde overval van fixers en geldwisselaars, die je nogal opdringerig proberen over te halen bij hun zaken te doen. De beambten zijn vriendelijk en leggen geduldig uit wat je moet doen. Het visum wordt ter plekke gekocht voor 50 USdollar, en is 3 maanden geldig. Hopen we niet nodig te hebben, maar handig om te weten.
Na de grens een ander straatbeeld: erg veel handeltjes in fruit en diverse andere zaken. De gemiddelde leeftijd stijgt duidelijk. Ik zie oudere mannen en vrouwen, soms gebogen over een stok en met wit haar langs de straat sjouwen. We treffen niet meteen na de grens een politiecontrole; die zijn er wel, maar minder talrijk dan in Malawi. Ook hier vertellen we telkens ons verhaal en iedereen is geïnteresseerd, kijkt naar de stickers op de auto en laat ons door. Opnieuw ervaren we hoe gastvrij de mensen zijn, trots op de Tanzaniaan die ze zijn. Ik ken nog een paar woordjes Swahili van mijn broer die hier met zijn gezin lang heeft gewoond, en gebruik ze onbeschaamd om het ijs te breken als iemand aan mijn raampje staat. Ik wist alleen nog tot 3 te tellen, maar nu kom ik tot 10 tot groot vermaak van degene die mij dat leerde terwijl ik bij het tanken zat te wachten. Ook ongevraagd krijgen we vaak een groet in Swahili: “habari sa safari” (goede reis). Engels is hier wel een taal die men nodig heeft, maar men is trots op de eigen taal en leert je graag een paar woorden.
Er is nog steeds een wolkenlucht met af en toe een bui. Daardoor ziet alles er groen uit. De mangobomen staan als dichte bomen op de keurig schoongeveegde erven en iedereen verbouwt wel iets. De talrijke marktjes onderweg zijn aantrekkelijk: prachtig opgestapelde tomaten, ananassen, koksnoten, aardappelen enzovoort vragen ernaar gekocht te worden. We stoppen toch maar niet, want je kan ook niet alles opeten onderweg. Sommige dorpen zijn gespecialiseerd in manden en ander vlechtwerk, in andere plaatsen verkopen ze bedden. Je ziet de mensen op hun erven de dingen maken die ze aan de straat verkopen.
Iets voorbij Senga, waar we geld halen en tanken, rijden we naar “The Old Farmhouse”, een camping die goed aangeschreven staat, ook voor het restaurant. Hoewel we in eerste instantie van plan zijn om daar ook voor ons te laten koken, bedenken we ons en maken zelf de restjes op die we nog in ons koelkastje hebben. We kletsen ’s avonds nog met een Engelsman die met de overland bus mee is, die hier een stuk bij ons vandaan is neergestreken. Ook praten we met een Nederlands stel, die de ouders blijken te zijn van de stagaire die bij de Nederlandse kinderarts die we in Malawi spraken werkt. De wereld is klein.. Ze vertelden dat ze even verderop bij de Nederlandse rozenkweker waren wezen kijken. Zijn rozen zijn in 3 dagen van hier uit in Nederland op de veiling, voor minder kosten dan de kosten die het groeiproces vanwege energierekeningen in Nederland zouden maken.
We gaan een rustige nacht in, zonder noemenswaardige regen.
-
04 Maart 2010 - 18:01
Ed Van Der Zee:
Hoi Sanne & Tim, leuk alle verslagen te lezen.
Heb Floor en Wouter gisteren ng gesproken, gaat allemaal goed daar.
Groeten,
Ed
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley