vergeten dag 8
Door: webmaster
Blijf op de hoogte en volg Sanne
28 November 2008 | Zuid-Afrika, Addo
We hebben een routekaart van het park gekregen met een lijstje dieren wat we kunnen afvinken als we die gezien hebben.
Er staat ook waarom we geen citrusfruit mee mogen nemen het park in. Vroeger werden de olifanten in barre tijden bijgevoerd met vrachtwagens sinaasappelen. Ze waren er gek op, en renden toeterend en duwend achter de vrachtwagen aan. Omdat ze bijna niets anders meer deden dan wachten tot de vrachtwagen weer kwam en hinderlijk aanwezig waren als ze dachten dat er lekkers zou komen, is men gestopt met het bijvoeren.
We eten dus braaf onze sinaasappelen bij het ontbijt op. Als ik even later bij de ingang van het wildpark de vliesjes tussen mijn tanden probeer weg te peuteren, waarschuwt Tim me droogjes voor zoenende olifanten.
We zijn niet erg vroeg meer, maar zien elanden, gemsbokken en een heleboel olifanten. Van groot naar heel klein. Ze staan zichzelf en de anderen vol te gooien met modder. De meesten zijn helemaal rood van de kleilaag.
Een stuk verderop in een ander watergat staan er 2, waarna een groepje buffels komt aankuieren om ook te drinken. Een paar wrattenzwijntjes lopen zowat tussen de benen van de olifanten door om op hun knieen te gaan drinken.
Na een poosje kijken en fotograferen willen we weer verder, maar blijkt de achterband volkomen plat. Een beroerdere plaats hiervoor is haast niet te bedenken. Gelukkig staan er meer kijkers, en we zetten de auto zij aan zij met een andere auto en Tim begint de band te verwisselen. De man in de andere auto komt helpen en ik hou de buffels in de gaten en probeer te snuffelen of er leeuwen in de buurt zijn. Gelukkig gaat alles goed en zit de band er snel op. Hij zal wel volledig vervangen moeten worden, want hij is op. Voor deze reis zullen we hem nog even laten oplappen, maar dan komen er weer kosten aan de auto. Hij heeft nu 40.000 km op deze banden gedaan, en ze lopen nu op hun eindje.
We rijden nog een poosje door het park en keren dan terug naar de gate om te lunchen en er een nachtje op de camping bij te boeken, want het bevalt ons hier goed.
In het restaurant is het mensen kijken bijna net zo leuk als de olifanten. Ze hebben allemaal rode gezichten (niet van de klei maar van de warmte) en komen stijfjes en mopperend uit de huurauto's gekropen. Steevast met safari outfit, soms met domme hoedjes of zonnekleppen. Een Nederlands stel moppert al voordat ze zitten over warmte en vraagt wat de soep van de dag is. Kippesoep. “Alweer, dat was er gisteren ook al”, waarop ze het toch maar bestellen. Als de ober weg is een wat neerbuigende opmerking dat ze hier waarschijnlijk niets anders weten te maken. Ik schaam me een beetje voor mijn landgenoten. Maar ook anderen zitten regelmatig te zeuren. Laten we het erop houden dat het door de warmte komt.
's Middags gaan we weer even het park in, maar het is te warm voor de dieren. Alleen de landschildpadden lopen rond. Een had de bijnaam “domkrag”. Hij had er lol in om onder auto's te kruipen en ze dan op te tillen. Zijn einde kwam niet door een auto, maar door het hol van een aardvarken, waar hij op z'n kop in was beland. Nu ligt zijn schild zonder hem bij de receptie. Er had een heel grote zoon van hem in de buurt moeten zijn toen de band verwisseld moest worden, maar voordat je een Landrover van de grond krijgt moet je wel veel grassprietjes hebben gekauwd.
We gaan weer redelijk vroeg terug naar de camping, waar Tim weer even kan gaan klepzeiken. Er staan in de buurt Nederlanders te kletsen met hun buren over hun reizen door Namibie. Ik hoor over al die plaatsen praten waar we ook zo graag komen. Het is toch wel weer een apart sfeertje...
Als we voor onze avondbraai ook met ze staan te kletsen blijken het vlaamingen te zijn. Ze hebben een huis in Namibie, waar ze de helft van het jaar zijn. Maar omdat het visum om de paar maanden verloopt moeten ze 11 dagen het land uit om weer opnieuw te kunnen laten stempelen. En zo trekken ze een beetje door zuid afrika.
Terwijl we staan te praten zie ik 2 doodshoofdaapjes met jong op de buik rondsjouwen. Ik loop gauw terug om de kip die ik voor het ontdooien op de tafel had gelegd in de auto te doen. Even later, toen ik even niet oplette stoof een van de apen weg met mijn lege beker waaruit ik vruchtensap had gedronken. Ze verdween in een boom, met veel belangstelling voor de beker. Snel pak ik m'n katapult en vanaf eeen afstand weet de aap al dat ze maar beter kan maken dat ze weg komt. Ze laat de beker vallen. Ik hoef niet eens echt naar haar te schieten.
-
01 December 2008 - 21:47
Bob:
Deze dag is niet vergeten.. lees dag 9 maar die staat er 2x en is precies hetzelfde.
Wel scherp blijven hoor ma!
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley