Dag 16
Door: webmaster
Blijf op de hoogte en volg Sanne
13 December 2008 | Zuid-Afrika, Hogsback
Wat een bijzondere dag weer!!
Vanmorgen vertrokken vanuit Addo rijden we voor een deel dezelfde route terug van anderhalve week geleden. Door de eerste dorpen van huisjes in pastelkleuren en rondscharrelende geiten tussen veel zwerfvuil.
Dan weer naar Grahamstown, waar ik weer even het internetcafe in duik. De foto's hadden we per dag gerangschikt, maar per mapje zitten er 2 of 3 foto's in. Kennelijk herkent de computer dit niet op afzonderlijke inhoud, en probeert alles tegelijk te verzenden naar deze website. Ik heb geen geduld om alle foto's opnieuw uit te zoeken en per stuk te versturen. Misschien vind ik in Johannesburg wel een onbeschermde wireless, vanwaaaruit ik op mijn gemakje dit kan regelen. En anders komen de foto's pas achteraf, wanneer ik weer thuis ben.
We slaan daarna van de N67 af vlak voor fort Brown, om een route te nemen door een natuurpark, waarin nog twee oude forten liggen. Een grindweg (“gruispad”) tussen de lage bush bush. Al gauw afslaan naar links, naar het Double Drift Game Reserve en het Sam Knott Nature reserve, waar volgens de kaart veel groen is. Een stevig hekwerk met schrikdraad staat op de weg. We kunnen het zelf openmaken; dit is een openbare weg, en er is derhalve geen entreehuisje voor het park. Er huizen hier dieren zoals buffels en Rhino's, al zien we ze niet op dit warme middaguur. Op het hek zit een bord met “Please ensure that the gates are kept close at all times. don't even think of leaving them open”
Een geweldige ervaring. Daar rijden we op een openbare zandweg, midden tussen het wild, zonder toeristen met boekjes en kaarten op hun schoot of mobile telefoons om naar hun vrienden te bellen wanneer ze een wild dier zien. We zijn er helemaal alleen en kijken onze ogen uit naar dit bush landschap. Bij de ruine van het oude fort lees ik dat deze streek ooit middelpunt was van veel strijd tussen de Xhosha en de boeren, vaak om de oversteekplaatsen van de great fish river, die hier twee doorwaadbare armen (driften) heeft.
Juist bij het fort is voor de tweede keer deze reis de rechterachterband plat. (een “papband”). Niet dezelfde van de vorige keer, want die ligt geplakt en wel op de motorkap. Natuurlijk gebeurt dit wederom op een plaats waar we moeten uitkijken voor buffels, rhino's en grote poezen... Tim vervangt de band binnen 10 minuten, en ik loop gewapend met de camera in het rond om te kijken of er een unieke opname te maken is van een aanvallende neushoorn op een landrover die op 3 banden en een highjack staat. Helaas.
Vanaf dat moment is Tim wel weer extra geconcentreerd om niet over acaciatakken te rijden. We hebben immers nu nog maar 1 reserveband. Ik draai nu extra mijn nekwervels los om zowel links als rechts uit te kijken of ik wild zie. Al wat ik zie zijn prachtige heuvels/bergen met veel bush en ineens een stuk lager de fish river. Daar moeten we doorheen, over een betonplaat die door de sterke stroming niet goed te zien is. Dat zou een mooie plaat hebben opgeleverd, maar ik heb geen zin om er als eerste doorheen te waden.
In de verte wordt de lucht steeds donkerder en we zien bliksemschichten over de bergen schieten. We komen aan de andere kant van deze reservaten en zien dat er een aantal lodges en ook een camping in het gebied is. Maar voor ons is dit nog te vroeg, we willen door naar Hogsbag, een dorpje waar met veel enthousiasme over geschreven is in het boek dat we in het begin voor deze tocht raadpleegden.
In Alice laten we de band plakken. De binnenband blijkt op een oude lap gescheurd te zijn, en wordt vervangen. Kost ons nog geen 2,5 euro. Nog goedkoper dan de vorige keer, toen het ons ongeveer 8 euro kostte.
We rijden over de N345 richting Hogsback en de lucht wordt steeds zwarter. Tegen de tijd dat we over de kronkelende weg de bergbossen inrijden is het donker, om 14.00 uur. Dan beginnen de donderslagen en het weerlichten. Tegen de tijd dat we Hogsback inrijden is de hoosbui losgebroken en stromen er wilde modderriviertjes langs en over de weg. Een enkele voorbijganger rent met over het hoofd getrokken kledingstukken naar een schuiplaats. Wij kijken uit naar een self catering plaats om te overnachten, want we hebben geen geen zin om de tent uit te trekken in dit weer.
We zetten de auto op een parkeerplekje tussen stromende modderbeekjes, bij een uitspanning waar we door de beslagen ramen de kerstlichtjes net van kunnen zien. We besluiten te lunchen bij de plek waar we staan: een eenvoudig restaurantje onder golfplaten dak buiten, met aan 3 zijden ruwhouten wanden. Met de 10 meter rennen naar de ingang van de keuken zijn we druipnat en soppen in onze slippers. Maar de keuken is warm en gezellig met 2 zwarte kokinnen en de bazin met een jonge dobermann die ons met de paraplu aan ziet komen rennen en niet weet wat hij moet doen. Zijn baas beschermen of wegvluchten. We gaan aan de picknicktafel in het restaurantje zitten en bestellen van de kaart de chickenpie bij de vrolijke kokkin.
Tijdens deze vakantie zijn we vaak tussen de middag wat gaan lunchen, terwijl we 's avonds meestal zelf ons potje koken. Maar de chickenpie en de “slaai” hier zijn onovertroffen. We smullen terwijl de regen op het zinken dak klettert en de dobermann zijn piep-speeltje komt aanbieden. Een geweldige sfeer. Als we de kokkin complimenteren voor het verukkelijke eten, geeft ze zo ongeveer licht in het donker van trots.
Op haar aanraden rijden we een klein stukje terug om bij May Lodge te gaan vragen of ze nog een self catering lodge voor ons hebben voor vannacht. Bij de inrit, waar ook een andere lodge op uitmondt, worden we eraan herinnerd dat Tolkien hier gewoond of gelogeerd heeft en uit deze omgeving zijn inspiratie haalde voor zijn boeken van The Hobbit. In het dorpje zitten ook verschillende kunstgallerietjes, die volgens mij een groot aanbod aan elfen en trollen hebben.
Bij May Lodge horen we dat het fully booked is, omdat er vandaag een groep komt. Maar zo verloren in de regen kijkt de mevrouw nog eens naar ons en verteld dan dat er een huisje is wat nog niet “in service” is, omdat het dak net vernieuwd is (en nog steeds lekt) en de bediendes bezig zijn de gordijnen op te hangen. We gaan kijken en zijn meteen enthousiast.
En zo zitten we dan in een huis met 6 bedden, 3 badkamers, een keuken, een eet- en zitkamer en een serre, uitkijkend op een immense tuin. Achterin over het grasveld lopen poelepetaten (parelhoenders) rond te scharrelen en onder een paar lagere bomen is een vijver met enorme karpers. Een andere vijver watert via een kanaaltje naar deze vijver af (verbonden met een pomp). Het gazon is omzoomd met azalea's, die nog een beetje nabloeien. Wat een paradijs!! In de open haard liggen de houtjes opgestapeld als het personeel weg is en kunnen we kiezen tussen de vele tijdschriften en boeken. Er is zelfs een televisie, maar daar hebben we weinig behoefte aan. De regen houdt op te tikken op het dikke rieten dak, de vele kikkers beginnen te kwaken en de hornbill vogels vliegen schreeuwend naar hun nacht rustplaatsen. Ik ben wel geen Tolkien, maar dit inspireert wel om fantasische ideeen te krijgen.
We genieten met volle teugen van de enorme rust van deze plek. De geuren van het verse riet van het dak, vermengd met natte aarde buiten, de geluiden, de heerlijke afrikaanse sfeer in dit huisje..geweldig. Als het donker begint te worden steekt Tim de immense open haard aan, midden in de woonkamer met het hoge dak. We koken ons potje, drinken er een heerlijk glaasje koude witte wijn bij en genieten voor de zoveelste keer!!!!
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley